Simone Leijten werkt als Senior Purser bij KLM. In april 2021 kreeg ze corona en de nasleep hield aan: Long COVID, oftewel het postcovidsyndroom. Na 29 jaar in de lucht, zit vliegen er voorlopig niet in. Haar stip aan de horizon is om terug te keren aan boord. Ondertussen schrijft ze over haar dagelijkse belevenissen als warhoofd. En over de intieme gesprekken die ze nog wel eens per ongeluk opvangt dankzij haar nieuwsgierigheid. STIP
Het touwtje van de heliumballon houd ik stevig vast. Ik voel weer tranen opkomen en vis met mijn andere hand een zakdoek uit mijn broekzak. Ik dacht dat mijn tranen na vanmorgen wel op waren.
Het is kwart voor elf in de ochtend. Mijn huisarts reikt me een tissue aan. ‘Ik wil een sti-i-i-i-i-p aan de horizon’, jammer ik. Tranen lopen over mijn wangen. ‘Het is nu al negen maanden geleden dat ik COVID kreeg. En ik heb nog steeds een trits aan fysieke en mentale klachten.’ Ik som er een paar op: ‘moe, duizelig, kortademig, benauwd, verhoogde hartslag, als ik een sprintje probeer te trekken omdat het regent blokkeert het hele lijf, last van zwabberbenen, snel overprikkeld, ik kan me niet concentreren. ‘En ik kan nog wel even doorgaan’, blèr ik door mijn tranen heen: ‘iedere ochtend als ik wakker word, heb ik pijn in mijn buik, bij drukte word ik paniekerig, ik zit al maanden thuis, ik mis het vliegen en iedere middag moet ik siësta houden. In de auto schrik ik wanneer er iemand uit een zijstraat schiet, fietsers zie ik over het hoofd en inhalen durf ik niet.’
Over haar leesbril kijkt de huisarts me aan en geeft me nog een tissue. ‘Simone, er is verrekte weinig bekend over Long COVID. Vanmorgen zat hier een vrouw van begin dertig en jullie klachten komen aardig overeen. Alleen heeft zij het al één jaar en negen maanden.’ Ik ben er stil van en knik. Ik zal moeten dealen met haar antwoord.
‘Ik kan je wel pillen voorschrijven om de benauwdheid wat te verlichten.’ Ze rammelt wat op haar toetsenbord. En ik staar naar de rood-blauw gekleurde vissen in het aquarium.
Er zwemt daar ook een oranje vis met een zwarte vlek, alsof die een bloeduitstorting op zijn lijfje heeft. De deur gaat open. Er staat een man met een witte ringbaard in de deuropening.
‘Ben ik nou nóg niet aan de beurt? Ik heb een afspraak om elf uur.’ Hij wijst naar zijn horloge. De huisarts veert overeind en bonjourt de witte ringbaard terug de wachtkamer in. Ik lach door mijn tranen heen. ‘Fijn dat je
weer een beetje kunt lachen’ zegt ze en ze overhandigt me het recept voor de apotheek.
En nu sta ik in onze achtertuin met de heliumballon tussen mijn vingers geklemd. Het miezert. Drie weken geleden stond de pakketbezorger op de stoep met een vierkante, limoengroene doos. Daarin zat een ballon met de tekst Just because you are awesome. Er zat een kaartje aan met alle namen van mijn vliegvrienden van het eerste uur. Dat zijn mijn cursusgenoten van de KLM-basiscursus uit 1994. Inmiddels is de lucht voor een groot gedeelte uit de ballon.Ik wil niet meemaken dat hij er echt zielig uit gaat zien, dus ik neem de ballon mee naar buiten om deze in de afvalbak te proppen.
Ai, het touwtje glipt door mijn vingers heen en de ballon stijgt omhoog. Ik kijk hem na, hij komt vast wel weer naar beneden of hij blijft steken in de eikenboom. Dat doet hij niet. De ballon gaat verder omhoog richting de buren achter ons. Ik hoop dat hij daar aan een tak blijft steken, want het is verboden om een heliumballon in de lucht op te laten. De ballon gaat hoger en hoger. Hij gaat door een wolk en ik zie alleen nog een stip. Ik blijf hem volgen tot ik hem echt niet meer zie. Daar gaat mijn ballon. Een kleine stip aan de horizon.
Simone Leijten